Bijlage 1: gebiedskenmerken

Algemene inpassingsprincipes

Omgeving: Pas het zonneveld in binnen de bestaande landschappelijke structuur. Geen bomenkamp ten behoeve van het zonneveld. Behoud afstand tot woningen. Respecteer belangrijkste zichtlijnen. Voorkom overlast door spiegeling.

Randen en vlakken: Strakke rand. Onregelmatigheden binnen veld opvangen. Werk bij voorkeur met een landschappelijke begrenzing en zorg dat het park een logische eenheid vormt met zijn directe omgeving. Vlnr: grondwal, houtwal/singel/bosblokken, sloten en brede (natuurvriendelijke) oevers. Voorkom hekwerken. Werk met onzichtbare beveiliging. Als toch hekken nodig zijn, dan behoren ze bij het park. Voorkom zicht op achterkanten van opstelling en op eventuele hekwerken. Wijken, sloten en ruime maaizone vrij van bebouwing. De hydrologische functie van watergangen blijft intact. Ontwikkel bij aaneengesloten vlakken met dezelfde kleur panelen of ontwerp de afwisseling.

Contact: Markeer entree. Bijvoorbeeld met bomen. Markeer entree. Bijvoorbeeld als coupure in een grondwal. Uitkijktoren geeft overzicht. Adres en info Open informatie.

Opstelling en oriëntatie: De afweging tussen een opstelling met de kavelrichting mee versus optimale oriëntatie op de zon, wordt gemaakt op basis van het landschapsontwerp en beleving op ooghoogte. Bij de positionering van de panelen rekening houden met afstanden tot sterk ordende landschappelijke structuren als wegen en wijken. De hoogte van de panelenopstelling moet per initiatief worden bepaald. Het is van belang dat de opstelling qua hoogte past bij de maat en schaal van het landschap en in combinatie met de landschappelijke inpassing een menselijke maat heeft. Voor dubbel ruimtegebruik kan onder voorwaarden een hoger dan gebruikelijke hoogte gekozen worden.

Tijdelijkheid: Bouw bij voorkeur op een lichte fundering. Benut lange tijdelijkheid om na te denken over het toekomstperspectief van de grond. Initiatiefnemer is verantwoordelijk voor het terugbrengen in de oorspronkelijke staat.

 

Ontwerpopgave: een goede, meedenkende en onafhankelijke ontwerper. Dorpsrand: Zonnepark zorgvuldig ingepast in de dorpsrand. Bijzondere objecten: Zonnepanelen op bijvoorbeeld geluidswallen, zandafgravingen, spoordijken of voormalige vuilstorten zijn ontwerpopgaven met een eigen logica.

Zonnepanelen op een huiskavel: Plaatsing van zonnepanelen eerst op bestaande daken. Grondgebonden zonnepanelen alleen binnen het bouwvlak. Grondgebonden zonnepanelen 10 meter achter  dichtsbij de weg gelegen rooilijn. Groene invulling restruimte. Nb. Voor kleine ontwikkelingen op de huiskavel aansluiting zoeken bij de notitie "kleinschalige ingrepen in het landschap".

Meervoudig ruimtegebruik: Beplanting onder panelen, natuur en/of biomassa. Waterberging onder panelen. Meervoudig ruimtegebruik, stapeling van functies. Meervoudig ruimtegebruik, stapeling in tijd. Nb. Om meervoudig ruimtegebruik mogelijk te maken, kan in goed overleg een hoger dan gebruikelijke hoogte gekozen worden voor de panelenopstelling. Combinaties met andere opgaven zoals bijvoorbeeld Bos & Hout, initiatieven voor innovatieve landbouw, etc. kunnen meerwaarde creëren voor het aanleggen en inpassen van zonneparken.

Akkervogels: Leefgebied voor akkervogels respecteren. Bij ontwikkeling minimaal 10% van het plangebied optimaal inrichten en beheren voor akkervogels. Natuurvriendelijk beheer 30 jaar borgen (zie kaart en uitgebreidere beschrijving in bijlage 1).

Ordening en stijl van elementen: Plaats trafo's en bijgebouwen in heldere lijnen. Ontwerp ze mee. Consequente, bij voorkeur donkere, kleurstelling van randen en panelen en constructie. Werk toe naar een stijl zonnepark met een eigen 'Veendam-signatuur'.

Biodiversiteit: Zorg voor juiste afstand tussen panelenopstelling. Bevorder gespreide hemelwaterinfiltratie en draag zorg voor een gezonde bodembiologie. Zorg voor adequaat beheer. Houd rekening met zeldzame planten en dieren uit WNB. Monitor bodem, flora en fauna. Biodiversiteit kan worden verhoogd door een zekere afstand tussen de rijen zonnepanelen aan te houden, een bloemrijk mengsel te zaaien, de vegetaties extensief te beheren en aandacht te besteden aan de randen van het park. In overleg met initiatiefnemer en een (gezamenlijk te kiezen) ecoloog wordt beoordeeld op welke wijze de biodiversiteit kan worden bevorderd. Ook stelt de initiatiefnemer een beheerplan voor het zonnepark op.